Waar komt het barbecue gebruik vandaan?

Zomertijd is barbecuetijd. Buiten eten en lekker van alles op dat vuur, het geeft al snel het gevoel van een beetje vakantie. Het is ook makkelijk en zeker als de temperatuur flink oploopt, is zwoegen in een warme keuken niet zo aanlokkelijk. Eigenlijk is het wel grappig dat wij in deze tijd, van alle gemakken voorzien, weer teruggrijpen naar zo’n oude bereidingswijze. Niet uit noodzaak maar omdat het leuk is. Trouwens, in de winter wordt er ook steeds meer gebarbecued. Wat zou kunnen duiden op een hang naar het verleden?

 

Barbecue komt niet uit Amerika – of wel…en wat hebben Astérix en Obélix ermee te maken?

Wie barbecue zegt, wat ook wel wordt aangeduid met de afkorting BBQ, denkt aan Amerika. Het hoort een beetje thuis in het associatieve rijtje hamburger – hotdog – ketchup – cola – popcorn – milkshake – bbq. Maar eigenlijk klopt dit niet. Woorden en hun herkomst zijn een bron van informatie, zo ook hier. In onze taal schrijven we het met een ‘c’, althans de Van Dale heeft het over ‘barbecue’. Dat was ooit anders, toen werd het woord als ‘barbeque’ genoteerd en hiermee komen we al dichterbij de bron. Die ligt namelijk in Frankrijk, het land der Bourgondiërs. Wie in gedachten teruggaat in de tijd en de Astérix en Obélix taferelen -letterlijk bedoeld- voor zich ziet, loopt het water in de mond. Het gebruikelijke feestmaal waarmee de helden worden verwelkomd, of hun afscheidsmaaltijd voordat zij de Romeinse legioenen zullen gaan verslaan, is vooral uitbundig. Zowel in de hoeveelheid voedsel die op de lange tafels wordt gezet als in de tafelmanieren van de feestvierders. De bard Assurancetourix is opgesloten, het ongestoord verorberen van een everzwijn kan beginnen.

 

Herkomst van het woord barbecue

Zo’n heerlijk everzwijntje ging niet in de oven. Dat werd aan het spit geregen en boven het vuur, al draaiende, gaar geroosterd. Zo’n braadspit droeg in de volksmond de naam ‘barbe-et-queue’, vertaald: baard-en-staart. Daar komt de uitdrukking ‘erin bij de baard, eruit bij de staart’ dan ook vandaan. Wie nu het Franse ‘barbe-et-queue’ een paar keer achter elkaar zegt, herkent het al – aan elkaar geregen hoort men dan de barbecue voorbij komen!

Barbecueën is niets anders dan het roosteren van vlees boven een vuur van hout of houtskool. In Amerika deed deze techniek van voedselbereiding eind 19e eeuw zijn intrede, bij de cowboy’s die hun kuddes vee over de grote vlaktes dreven. Het vlees dat aan hen werd toebedeeld was meestal niet het meest malse stuk maar de delen die een langere gaartijd nodig hadden. Slow cooking dus, iets heel anders dan grillen. Maar wij moeten nog verder terug in de tijd, en zakken naar het zuiden van dit werelddeel.

 

De Spaanse veroveraars horen barbacoa

De Spanjaarden die in de 16e eeuw voet aan land zetten in Amerika, troffen daar inheemse volkeren met hun gebruiken en hun talen. Zo hoorden zij van de Taino Indianen, die leefden in de gebieden rond de Caraïbische Zee het woord ‘barbacoa’, althans zo klonk het in de Spaanse oren. Daarmee werd bedoeld een toestel waarin vlees werd gedroogd en gerookt. Er ging van alles in en op  – vissen, slangen, leguanen, schildpadden, kikkers, ratten, alligators, vogels en honden, zolang het maar eetbaar was. Datzelfde woord ‘barbacoa’ is gaan reizen, bereikte de Western Plains en dus de cowboys.

Kortom: waar het barbecueën ook vandaan komt, over één ding is ieder het wel eens. Het is in feite de oudste manier van vlees bereiden. Immers, toen de mens eenmaal wist hoe hij vuur moest maken en wat ermee experimenteerde, was de jachtbuit al een heel stuk smakelijker (en sneller te verteren) geworden. Bovendien is er nog een verbindend element voor al die verschillende vormen van barbecueën en roosteren, en dat is: rook.

 

Zomertijd hier is barbecuetijd

Misschien vinden wij het leuk om af en toe een beetje primitief te doen. Ofschoon dat ook wel weer meevalt want wij barbecueën eigenlijk met comfort. Tuinstoelen met zachte kussens, een lekker drankje erbij, vlees dat zo op het vuur kan. En meer dan dat alleen want op die barbecue gaat van alles. Groenten, vis, broodjes, fruit. Er zal vast nog meer zijn dat het goed doet.

Toch is het echte barbecueën een kunst op zich. De temperatuur van het brandende hout of kolen moet goed zijn, geen uitslaande vlammen! Wil het niet zo goed branden, geduld (en vooral geen spiritus of zo erop gooien – zowel gevaarlijk als onsmakelijk want vlees met spiritusgeur eet niemand). Regen en wind kunnen roet in het eten gooien, in zo’n situatie zit er niets anders op dan toch maar weer die keuken in te gaan. De barbecue even binnen zetten en daar fijn alles erop is een slecht plan. Net zoals kinderen laten helpen bij het aanmaken van het vuur, hoe spannend dat ook moge zijn. Ook honden horen uit de buurt te blijven.

 

Wat kan er op de barbecue?

Maar dat weet iedereen natuurlijk wel. Daarom tot slot nog even een paar woorden over het belangrijkste: wat kan er op die barbecue? Wij zeiden het al, veel. Van belang is wel dat vlees en vis van uitstekende kwaliteit zijn en goed gaar. Niet verbrand, een rokerige smaak is juist lekker maar als het echt zwart is, ging er iets verkeerd. Worstjes, hamburgers, stukken kip, karbonades, lamskoteletjes, steaks, vis, groenten in schijven, spiesjes. Al dan niet gemarineerd. Ook een dessert kan op de barbecue worden bereid. Denk aan de hele banaan, met schil en al erop gelegd (die mag best wat zwartgeblakerd zijn straks), eraf nemen, in de lengte opensnijden en daarin een paar stukken chocolade leggen. Of marshmallows aan een stokje, even boven dat vuurtje houden. Schijven ananas, ook lekker. Een schaaltje roomijs erbij en iedereen is stil.

Inkopen doen voor zo’n barbecue is meestal makkelijk. Wat stokbrood, een paar salades, een sausje erbij, groeten en vis of vlees. Wij hebben zowel de ‘gewone’ worstjes en hamburgers in huis als allerlei fantasierijke specialiteiten – en alles daar tussenin. Voor het gemak ook dat stokbrood. IJs, bananen en ananas kunnen wij u niet bieden. Maar ach, dat aten Astérix en Obélix ook niet.

 

Barbecue met vlees, vis, groenten